Vroeg of laat is alles calciumfosfaat.. |
Eind juli 2013 viel volgend opbeurend schrijven via de dienst Cutuurbeleid in mijn mailbox en weerhield al mijn (nog) levende aandacht:
Aan het college van burgemeester en schepenen,
Aan de informatieambtenaar, de stads(dorps)dichter
Beste,
Binnenkort zal het crematorium Hofheide officieel geopend
worden.
Hofheide is op zoek naar een passend gedicht, dat mee de ziel
van het crematorium zal vormen. Dit gedicht (of proza stukje) zal in brochures
staan, op de website, op tal van publicaties van het crematorium.
U heeft misschien een stads- of dorpsdichter in huis. Wij
kijken uit naar een mooie tekst.
Wij kunnen alle mooie teksten gebruiken en verwerken bij
ceremonies, maar de (volgens ons) mooiste tekst krijgt een VIP statuut.
Wij bieden de dichter:
- onsterfelijkheid van zijn/haar gedicht
- een plaat met het gedicht in het gebouw
-de mogelijkheid om het gedicht zelf voor te dragen op de
officiële opening
-een VIP behandeling tijdens de officiële opening
Tips voor de dichters/schrijvers
- het gebouw is opgetrokken uit zichtbeton en cortenstaal
- het gebouw ligt in een natuurgebied en is omgeven door een
vijver
- het mag dan wel voor een crematorium zijn, directe
verwijzing naar dood kan misschien vermeden worden maar mag suggestief aanwezig
zijn.
Wij kijken uit naar uw ideeën, die we graag zien toekomen
tegen uiterlijk 25 augustus, via mail of op onderstaand adres.
Met vriendelijke groeten,
Jacques Roggen
Directeur
De stadsdichter
bladerde in zijn archieven en het gedicht “Als kringen in het water” werd met
onderhavig schrijven aan de verantwoordelijke Cultuurbeleid als bijdrage
ingezonden.
Beste Falke,
Het is
natuurlijk nogal pikant te vernemen dat de directie van uitgerekend een
crematorium "onsterfelijkheid" belooft aan de schrijver van een
passende tekst die de “ziel” van hun recyclagefabriek weet te vatten en hem
bovendien een VIP-behandeling belooft (weliswaar tijdens de officiële opening,
maar toch: angst slaat mij om het hart...
Een passende
tekst, wars van elke "directe verwijzing naar de dood"... zo wordt
gevraagd. Een aanbeveling met een hoog “don't mention the war-gehalte” dus…
Anderzijds
staat het wel vast dat "dichters" natuurlijk onsterfelijkheid als het
grootste goed beschouwen, daarvoor doen ze het uiteindelijk, daarom schrikken
ze er zelfs bij gelegenheid niet voor terug om de dood zelve als muze op de
schoot te nemen.
Maar de "ziel
van een crematorium" - al dan niet opgetrokken in "zichtbeton en
cortenstaal", met, voor de dode momenten, een leuke zwemvijver op
loopafstand… ik weet eigenlijk niet goed wat ik me daar moet bij voorstellen...
Want de dood
heeft zoveel gezichten.
Hein
overvalt ons nu eens brutaal bij daglicht, als een onverbiddelijke struikrover.
Dan weer
komt hij als een dief in de nacht en graait alles stiekem weg,.
Of hij werkt
als een geduldige afbreker, dag na dag, steen per steen.
De modus
operandi bij zijn werkzaamheden kan verschillen, maar dat onderscheid blijkt
niet uit wat uiteindelijk uit de schouw dwarrelt.
Ik heb geen
tekst klaar die "de ziel" van een crematorium verwoordt.
Ik heb wel
ooit een tekst geschreven voor het doodsprentje van mijn Mimi.
Ze werd 94
jaar.
En ze is in
schuifkes van mij heen gegaan.
Elke dag
werd de afstand weer wat groter.
Ze heeft er
een tien jaar over gedaan.
Als jij
denkt dat deze tekst een deel van de “ziel van een crematorium in zichtbeton en
cortenstaal” kan vertolken of geschikt is om gedeclameerd te worden aan de
oever van de zwemvijver, dan mag je erover beschikken en het als Diesterse
bijdrage verzenden.
Verzeker in
voorkomend geval het copyright voor de stad.
En laat ons
hopen dat ons, net voor de verassing, een verrassing wacht...
Onsterfelijke
groeten,
rik
Mijn gedicht werd niet als winnaar weerhouden.
Geen onsterfelijkheid!
Geen VIP-behandeling!
Geen onsterfelijkheid!
Geen VIP-behandeling!
Val nu dood zeg!
Als kringen in het water
(voor Mimi)Oude mensen sterven
niet schielijk.
Ze zijn jaren bezig
ons te verlaten.
Ze drijven langzaam
van ons weg.
Elke dag een beetje.
In kleine stukjes.
Tot alles op is.
Net zoals,
wanneer men
een steen
werpt in een vijver,
de golving steeds verder
van het invalspunt afdrijft,
aan kracht verliest,
en aan een onzichtbare grens
onmerkbaar
terug opgaat
in het grote water.
rik tulkens
stadsdichter Diest 2012-2014
stadsgedicht Nr 10
ons te verlaten.
Ze drijven langzaam
van ons weg.
Elke dag een beetje.
In kleine stukjes.
Tot alles op is.
Net zoals,
wanneer men
een steen
werpt in een vijver,
de golving steeds verder
van het invalspunt afdrijft,
aan kracht verliest,
en aan een onzichtbare grens
onmerkbaar
terug opgaat
in het grote water.
rik tulkens
stadsdichter Diest 2012-2014
stadsgedicht Nr 10
Deze reactie is verwijderd door een blogbeheerder.
BeantwoordenVerwijderen