De Poëzieweek 2014 begint op 30 januari met Gedichtendag en wordt
afgesloten op 5 februari.
Het thema van dit jaar is "Verwondering".
Alles, zo wordt ons voorgehouden, begint immers met
verwondering: de eerste woordjes, de eerste stapjes, de eerste liefde en elke
ontdekking van het nog ongekende.
Verwondering om wat komen zal.
En alles zal waarschijnlijk eindigen in eenzelfde kinderlijke
verwondering.
Verwondering om wat geweest is.
En om de grillige levensdraad die wij trokken, onderweg tussen
veilige wieg en gapend graf.
Wie zich openstelt en onbevangen naar de wereld kijkt, verbaast zich en blijft jong: er is op elke leeftijd iets wonderlijks te zien.
Er is zoveel verrassends te beleven voor wie niet leeft als die
kalkoen die elke morgen stipt om acht uur werd gevoed en die dacht dat het
altijd zo zou blijven. Tot de ochtend van Kerstmis kwam….
Wie alles voor altijd verworven acht is gedoemd veel kwijt te
raken.
Gedichten kunnen in jouw plaats spreken als je met stomheid
geslagen bent of als je van doffe woede of blije opwinding zelf niet meer weet
hoe je gevoelens te verwoorden.
Maar ze kunnen meer dan dat. Ze kunnen je wonderen ook laten
beleven.
Alleen al door de manier waarop de woorden bij elkaar staan
bezorgen ze je een nieuwe kijk op de wereld en krijg je oog voor al het kleine
dat zo vaak veronachtzaamd wordt.
Poëzie heeft de kracht om je onverwacht de verrassende,
tegendraadse kant van de dingen te laten zien.
Gedichtendag en Poëzieweek focussen dit jaar op het wonderlijke,
het onvoorspelbare van de taal en van het leven zelf .
Dichters zullen proberen verrassend uit de hoek te komen,
woorden zullen wonderen baren, gedichten zullen misschien alleen al door hun
vorm verbazen.
Ik schreef voor de gelegenheid twee teksten.
In een poging dus om verrassend uit de hoek te komen.
Ik twijfel wel of me dat gelukt is.
Maar dat zal wel niemand verwonderen…
Verwondering #1
(voor gedichtendag 2014)
dichters zijn heel wondere wezens.
ze hebben een stel toverogen,
ze zien dingen die er niet echt zijn:
hoe in de wolken schapen grazen
van kamperfoelie en jasmijn.
ze hebben een stel wonderoren,
ze luisteren naar de klank van kleuren
en schilderen die in woorden na
om grijze dagen op te fleuren.
dichters torsen veel verdriet,
geleend dan wel van eigen maak,
waarin ze zich behaaglijk wentelen
want dichten is een droeve taak.
dichters hebben veel verbeelding.
in de favela’s van hun brein
zal elke ordinaire del al vlug
een goddelijke Beatrice zijn.
want in een wolk van alcohol
persen ze weemoed uit de fles,
en verheffen elk banaal gescharrel
tot een ongeneselijk abces.
en tot in de schemer van hun leven
drijven ze woorden bij elkaar
die uitvliegen als vleermuizen,
onmachtig dromend van de adelaar.
ja, dichters zijn heel wondere wezens.
ik wou dat ik een dichter was.
rik tulkensstadsdichter Diest 2012-2015stadsgedicht Nr 13
Verwondering #2
(voor gedichtendag 2014)
Het leven
scheurt
als een
sneltrein
door het
struikgewas
van de tijd,
en kerft meedogenloos
zijn sporen in
ons gezicht.
Elke verjaardag
is slechts een
onbeduidend
stationnetje,
elke dag is
niet meer dan
een vluchtig perrongeluk.
Jong is wie
verbaasd en
onbevangen,
verrukt en
verwonderd,
door het langzaam
dichtwasemende
raampje
naar buiten blijft
kijken.
rik tulkens
stadsdichter Diest 2012-2015
stadsgedicht Nr 14
De Poëzieweek 2014 begint op 30 januari met Gedichtendag en wordt
afgesloten op 5 februari.
Het thema van dit jaar is "Verwondering".
Alles, zo wordt ons voorgehouden, begint immers met
verwondering: de eerste woordjes, de eerste stapjes, de eerste liefde en elke
ontdekking van het nog ongekende.
Verwondering om wat komen zal.
En alles zal waarschijnlijk eindigen in eenzelfde kinderlijke
verwondering.
Verwondering om wat geweest is.
En om de grillige levensdraad die wij trokken, onderweg tussen
veilige wieg en gapend graf.
Wie zich openstelt en onbevangen naar de wereld kijkt, verbaast zich en blijft jong: er is op elke leeftijd iets wonderlijks te zien.
Er is zoveel verrassends te beleven voor wie niet leeft als die
kalkoen die elke morgen stipt om acht uur werd gevoed en die dacht dat het
altijd zo zou blijven. Tot de ochtend van Kerstmis kwam….
Wie alles voor altijd verworven acht is gedoemd veel kwijt te
raken.
Gedichten kunnen in jouw plaats spreken als je met stomheid
geslagen bent of als je van doffe woede of blije opwinding zelf niet meer weet
hoe je gevoelens te verwoorden.
Maar ze kunnen meer dan dat. Ze kunnen je wonderen ook laten
beleven.
Alleen al door de manier waarop de woorden bij elkaar staan
bezorgen ze je een nieuwe kijk op de wereld en krijg je oog voor al het kleine
dat zo vaak veronachtzaamd wordt.
Poëzie heeft de kracht om je onverwacht de verrassende,
tegendraadse kant van de dingen te laten zien.
Gedichtendag en Poëzieweek focussen dit jaar op het wonderlijke,
het onvoorspelbare van de taal en van het leven zelf .
Dichters zullen proberen verrassend uit de hoek te komen,
woorden zullen wonderen baren, gedichten zullen misschien alleen al door hun
vorm verbazen.
Ik schreef voor de gelegenheid twee teksten.
In een poging dus om verrassend uit de hoek te komen.
Ik twijfel wel of me dat gelukt is.
Maar dat zal wel niemand verwonderen…
Verwondering #1
(voor gedichtendag 2014)
dichters zijn heel wondere wezens.
ze hebben een stel toverogen,
ze zien dingen die er niet echt zijn:
hoe in de wolken schapen grazen
van kamperfoelie en jasmijn.
ze hebben een stel wonderoren,
ze luisteren naar de klank van kleuren
en schilderen die in woorden na
om grijze dagen op te fleuren.
dichters torsen veel verdriet,
geleend dan wel van eigen maak,
waarin ze zich behaaglijk wentelen
want dichten is een droeve taak.
dichters hebben veel verbeelding.
in de favela’s van hun brein
zal elke ordinaire del al vlug
een goddelijke Beatrice zijn.
want in een wolk van alcohol
persen ze weemoed uit de fles,
en verheffen elk banaal gescharrel
tot een ongeneselijk abces.
en tot in de schemer van hun leven
drijven ze woorden bij elkaar
die uitvliegen als vleermuizen,
onmachtig dromend van de adelaar.
ja, dichters zijn heel wondere wezens.
ik wou dat ik een dichter was.
rik tulkensstadsdichter Diest 2012-2015stadsgedicht Nr 13
Verwondering #2
(voor gedichtendag 2014)
Het leven
scheurt
als een
sneltrein
door het
struikgewas
van de tijd,
en kerft meedogenloos
zijn sporen in
ons gezicht.
Elke verjaardag
is slechts een
onbeduidend
stationnetje,
elke dag is
niet meer dan
een vluchtig perrongeluk.
Jong is wie
verbaasd en
onbevangen,
verrukt en
verwonderd,
door het langzaam
dichtwasemende
raampje
naar buiten blijft
kijken.
rik tulkens
stadsdichter Diest 2012-2015
stadsgedicht Nr 14
Deze reactie is verwijderd door een blogbeheerder.
BeantwoordenVerwijderen